De Stadsbleek van Delden, ongeveer 1.38 ha. groot, was gelegen aan de Hengelosestraat en wel, komend vanuit Delden, aan de rechterzijde vlak voor de ruime bocht naar de huidige rondweg. Op de bleek konden zowel de stadsburgers als de fabrikanten hun wasgoed en weefsels laten bleken.
Een extract uit het kadastrale minuutplan d.d. 1829. Zowel bleek als blekershuis waren eigendom van de Stad Delden.
De put, geheel vervaardigd van Bentheimer zandsteen, is thans nog het enige overblijfsel van de vroegere Stadsbleek te Delden.
Deze foto (uit de collectie van Ommen, Delden) laat het blekershuis zien aan het begin van deze eeuw. Omstreeks 1925 is de behuizing afgebroken en daarna is de voormalige bleek volgebouwd bij de aanleg van het villapark.
De situatie omstreeks 1965. Het blekershuis bevond zich op de plaats waar nu het middelste huis staat. De bebouwing is thans nog hetzelfde. In de tuin aan de voorzijde bevindt zich gelukkig nog het enige overblijfsel van de vroegere bleek namelijk een 170 jaar oude put van Bentheimer zandsteen.
Dat bleker Berend bij het slaan der put een voor die tijd leuke investeringspremie
in de wacht sleepte blijkt uit de Raadsnotulen van de Stad Delden in het jaar 1819.
“Deliberatie
der gemeenteraad der Stad Delden, gehouden den 22 september 1819.
Presente leden: de heeren H.J. van Heek, L.J. Weerman, J.H.C. Bloemen.
De Gemeenteraad der Stad Delden, wettiglijk door den burgemeester dier gemeente tegens heden op het stadhuis te Delden geconvoceerd zijnde, ten einde hunlieder deliberatiën uit te brengen op de onderscheidende voorgedraagen posten in ontvangst en uitgaaf op den Staat van Begrooting dezer gemeente voor den jaere 1820, heeft vermeend daarbij te moeten opserveeren:
(…….. volgt bepreking andere posten…….)
No. 41: Eene nieuwe bentheimer steenen putte voor den huurman die op de Stadsbleeke
woont, en welke putte zeer noodzakelijk is, en heeft de gemeenteraad aan den huurman
op gemelde Bleeke toegelegt de som ad f. 45,-
(…….. volgt behandeling andere posten…….)
Aldus gedelibeerd en voorgedraagen door den gemeenteraad voornoemd, ten plaatste, dag en jaere alsvoren.
De burgermeester en leden der gemeenteraad.”
Op 17 juli 1826 wordt een renovatie van het Blekershuis aanbesteed. Pachter is nog steeds Berend Visschedijk. De gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel geven op 8 augustus 1826 hun goedkeuring af. Het timmerwerk wordt gegund aan de timmerman Gradus Visschedijk, de broer van Berend, en wel voor 170 gulden. Het metselwerk krijgt Derk Spoor uit Hengelo voor 50 gulden. De uitvoerige, vele pagina’s tellende besteksbeschrijving geeft een indruk van de toenmalige bouwtrant.